Tankgracht in de Mastenbroekerpolder

Een tankgracht of tankval is een brede en diepe - al dan niet met water gevulde - gracht met steile oevers. Tankgrachten maakten tijdens WOII deel uit van door de Duitse bezetter aangelegde verdedigingswerken. Doel was het tegenhouden van tanks en pantservoertuigen. In de nieuwe buurt De Tippe in Stadshagen is nog altijd een restant van de tankgracht door de Mastenbroekerpolder te zien.

Onthulling Tankgrachtbrug Mastenbroekerpolder in De Tippe

Om op een passende en zichtbare manier aandacht te schenken aan de historie van de tankgracht, is de Tankgrachtbrug Mastenbroekerpolder in De Tippe (Stadshagen) gebouwd. De reling van deze brug is een monument, met onder andere tanks erin verweven, inclusief een informatiepaneel. Op woensdag 13 september 2023 – precies 79 jaar na de oproep van de Duitse bezetter aan de Zwolse burgemeester – is dit monument onthuld door wethouder Arjan Spaans, samen met inwoner en initiator Klaas Schuuring. Lees het volledige nieuwsbericht over deze onthulling (archief)externe-link-icoon.

Let op: De Tankgrachtbrug Mastenbroekerpolder ligt middenin de nieuwbouwbuurt De Tippe. De komende jaren wordt volop gebouwd aan deze nieuwe buurt, waar uiteindelijk ruim 1300 woningen komen. Het gebied rondom de tankgrachtbrug is dan ook bouwterrein. Dit betekent dat de brug voorlopig nog niet toegankelijk en zichtbaar is voor publiek. Wanneer dit wel het geval is, is afhankelijk van de voortgang van de werkzaamheden en de mate van bouwverkeer.

Kilometerslange tankgrachten

Tankgrachten maakten deel uit van door de Duitse bezetter aangelegde verdedigingswerken. De eerste tankgrachten in Nederland zijn in Nederland na 1941 gegraven bij de aanleg van de Atlantikwall, die liep van de Noorse kust tot aan de Frans-Spaanse grens. In het najaar van 1944 werden de werkzaamheden aan de Atlantikwall stopgezet en verschoof het accent naar een landinwaarts gelegen linie die bekend stond als de ‘Frieslandriegel of Assener Stellungen’ en aansloot op de IJssellinie.

Deze linie bestond uit kilometerslange loopgraven, tankgrachten, mitrailleurstellingen en bunkers en is in het najaar van 1944 en voorjaar van 1945 aangelegd met als doel het oprukken van de geallieerden te vertragen. De organisatie lag in handen van de Organisation Todt. Het graafwerk werd gedaan door gevangenen of opgeroepen personen uit de streek.

Tankgracht Mastenbroekerpolder

De tankgracht in Mastenbroekerpolder is een van de drie tankgrachten die binnen de gemeente Zwolle aanwezig is geweest. De andere twee tankgrachten lagen respectievelijk bij de monding van de Westerveldse Aa tussen het Zwarte Water en de Overijsselse Vecht en achter Windesheim bij de IJssel.

De tankgracht is gegraven vanaf het Zwarte Water, door de Mastenbroekerpolder, naar de IJssel en lag aan de rand van het door de Duitse bezetter geïnundeerde gebied. Voor het traject tot aan Werkeren is gebruik gemaakt van een bestaande watergang waarop ook ter hoogte van Werkeren de Oude Wetering op aansloot. Vanaf Werkeren liep de tankgracht door de Mastenbroekerpolder, parallel aan de tegenwoordige Arendshorstlaan en door De Tippe naar de Scholtensteeg. De tankgracht volgde voor een deel het traject van de Scholtensteeg om uiteindelijk door de Veecaterdijk af te buigen naar de IJssel.

10 meter breed en 3 meter diep

Volgens historische bronnen was de tankgracht 10 meter breed en 3 meter diep. In de zone voor de tankgracht lag een prikkeldraadversperring en bij de belangrijkste kruisingen met de wegen, spoorlijn Zwolle-Kampen en de dijk waren betonnen muren (spermuren) gebouwd.

Deze muren waren aan de onderzijde gemiddeld 2,15 meter en aan de bovenzijde 1,75 meter breed. De hoogte bedroeg 2,50 meter. Het beton was voorzien van een bewapening van ijzer dat afkomstig was van oud hekwerk. In de muren waren voor het verkeer openingen van 2,50 meter breed gemaakt.

Eis voor 700 mannen

De voorbereidingen voor de werkzaamheden werden in september 1944 getroffen. Op 13 september 1944 werd bij de burgemeester de eis neergelegd om 700 mannen tussen de 17 en 45 jaar te leveren voor de aanleg van de IJssellinie.

De burgemeester weigerde en dook onder. Twee dagen later werd in de stad een razzia gehouden waarbij lieden werden opgepakt die werkzaam waren bij de brandweer en de voedselvoorziening. Waarnemend NSB-burgemeester Schanssema probeerde met succes de razzia een halt toe te roepen. Dit lukte maar de eis van 700 man bleef in stand. Nieuwe afspraak werd wel, dat mannen die in vitale bedrijven niet gemist konden worden, vrijstelling kregen. Door ambtenaren van de gemeente werden oproepen verzonden naar honderden arbeiders.

Razzia en dwangarbeiders

Uiteindelijk was de opkomst bij de IJsselbrug slechts 150 man. De Duitse bezetter nam hier geen genoegen mee en verplichtte iedereen die geen gehoor aan de oproep had gegeven zich zaterdag in Westenholte te melden, op straffe van strenge maatregelen. Een dag later werden opnieuw 500 gravers geëist, omdat een deel in Westenholte niet was komen opdagen. De maat was vol en vanuit voertuigen met luidsprekers werd de bevolking opgeroepen om te komen graven.

Deze oproep werd opnieuw gevolgd door een razzia, maar weer werd het aantal arbeidskrachten niet gehaald. De gemeente kreeg nog een laatste kans en via een opvallend aanplakbiljet werd gesteld dat mannen tussen de 17 en 50 jaar zich op 6 november moesten melden op de Nieuwe Veemarkt. Wederom was de opkomst laag en werd een lijst van de gezinssamenstelling per straat van de gehele bevolking geëist. De illegaliteit probeerde het maken van de lijst te vertragen. Het effect was uiteindelijk een opkomst van 1600 man in plaats van de geschatte 3000 man.

Na het maken in februari 1945 van een lijst van al het gemeentelijk personeel, een verplichte meldingsplicht van alle Zwolse mannen uit de geboortejaren 1920-1928 bij het Gewestelijk Arbeidsbureau en de dreiging met executies werd uiteindelijk voorzien in een opkomst die geaccepteerd werd door de bezetter.[1] In februari 1945 werden als versterking nog 1100 dwangarbeiders uit Hengelo, Oldenzaal en Enschede en kamp Amersfoort ingeschakeld.

Herinneringen aan de oorlog

In Westenholte, en dan vooral in de omgeving van de Zalkerdijk, zijn de herinneringen aan de oorlog nog  vaak springlevend. Zo is bij een oud-bewoner van het inmiddels verdwenen huis Zalkerdijk 49 nog bekend dat de Duitsers de toenmalige bewoners dwongen om te koken voor de Duitse soldaten en de dwangarbeiders, waarbij de boerderij de rol van gaarkeuken vervulde.

Ook bij andere boerderijen lijkt dit het geval te zijn geweest. Net voor de bevrijding van 1945 zijn door de Duitsers vanuit Zalk veel beschietingen geweest waarbij een aantal boerderijen (Zalkerdijk 24, 28 en 63) zijn verwoest. De beschietingen waren een reactie op de oprukkende Canadese troepen.

De tankgracht is net als het loopgravenstelstel nooit gebruikt.

[1] De informatie over de werving van arbeiders is hoofdzakelijk afkomstig van Ribbens 1995.

Schetskaartje van 1944 met daarop de tankgracht en de spermuren; Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH):

Tekening van een tankgracht

Oproep van 15 september 1944:

Oproep van 15 december 1944