Zaaddragershuisjes

Binnengasthuisstraat 55

De zogenaamde zaaddragerswoningen zijn vermoedelijk aan het eind van de 18de eeuw gebouwd aan de rand van een voormalig industrieel gebied langs de Nieuwe Vecht dat in het begin van de 19de eeuw tot ontwikkeling kwam. In het begin van de 19de eeuw grensden de woningen aan het perceel van windmolen de Hoop(1832-1880). Iets verderop, ook langs de Nieuwe Vecht stond windmolen de Fortuyn(1817-1909). Beide molens waren oliemolens.

Aan de Nieuwe Vecht werden meer oliemolens gebouwd zoals de Passiebloem, de Roode molen(1724-1934) en de Aloë. Van alle molens aan de Overijsselse Vecht is alleen de Passiebloem nog aanwezig.

Per schip werd lijnzaad aangevoerd dat door de zaaddragers naar de molen werd gebracht. Mogelijk woonden er al vanaf de bouw van de oliemolens zaaddragers in deze woningen. De zaaddragershuisjes raakten na de oorlog sterk in verval, maar ze zijn in 1964 gerestaureerd. 

Foto van Zaaddragershuisjes